home Wolff  Beernink Hengelo-toen erf Beernink genealogie
familienaam stamboom Beernink-Boing Elisabeth Boing Riemersma Boing USA

Overgrootvader Gerhardus (Gerard) Johannes Beernink (geboren in Hengelo, 11-05-1853) trouwde, 34 jaar oud, op 12-04-1888 met de dertigjarige Elisabeth (Liesbeth) Gertrudis Boing. Liesbeth was geboren in Gronau (D) dat toen nog toen nog in Pruissen lag. Haar moeder (Aleida Berger) overleed toen ze twee jaar oud was en haar vader toen ze acht werd. Ze groeide op bij tantes in Hengelo. Gerard en Liesbeth kregen 9 kinderen:


             * Mien, 12-02-1889, trouwde met Wolff  (zie Wolff-Beernink)

 * Aleida, 04-04-1890, overleden met zes maanden

 * Aleida (Da), 07-05-1891, trouwde met Derks

 * Jan, 24-06-1892, trouwde met Smeele

 * Gerard, 01-09-1893, trouwde met Verheuvel

 * Jozef, 01-10-1894, overleden met 15 maanden

 * Christina, 25-12-1895, overleden met acht maanden

 * levensloos, 19-03-1896

 * levensloos, 19-09-1896


Elisabeth overleed op 18-03-1899 en Jan hertrouwde twee jaar later

met de jonge weduwe Johanna Riemersma.

Familie Beernink-Boing

Hier gaat het over de familie Beernink-Boing, een notabele familie in het rond 1900 nog sterk groeiende dorp Hengelo. Een dochter uit dit gezin, Mien Beernink, geboren en getogen in Hengelo, is mijn grootmoeder.






GJ Beernink 1853-1939

Fam Beernink-Boing, 1896, rechts-achter Elisabeth Gertrudis Beernink-Boing. Op het hobbelpaard de jong overleden Fransje


(‘Fransje’ volgens wijlen GP Wolff; vermoedelijk is dit Christina)

Het verhaal gaat dat Gerard Beernink vaste bezoeker was van de Herensociëteit in Hotel-restaurant De Halve Maan aan de Enschedesche straatweg. Hier heeft hij Johanna Riemersma leren kennen die daar in dienst was als iemand die we nu ‘gastvrouw’ zounden noemen. Johanna was een struise Friezin die de gasten ontving en die de scepter zwaaide over het huishoudelijke personeel. Ze trouwde in 1897 in Bemmel met de geboren Bemmelaar bakker Quirinus Janssen en verloor haar echtgenoot al 14 maanden later. In februari 1901 hertrouwde ze met Gerard en kreeg er meteen vier jonge kinderen bij.

Johanna Beernink-Riemersma

1863-1945

V.l.n.r. mej Rupert, hr Oostvogel, hr Cato, hr Rupert, mej Beernink (oma), weer een mej Rupert, en tenslotte hr Eshuis en hr Tasche.

De oudste dochter van Gerard Beernink is mijn grootmoeder. Links zie je haar (in het midden) op een foto gemaakt ter gelegenheid van een roeitochtje op de Dinkel, te samen met andere deftige jongelui uit Hengelo. Die grote zwarte hoed die ze op heeft zal wel door haar zelf gemaakt zijn, want als beroep had ze hoedenmaakster gekozen.

v.l.n.r.:  Gerard, Jan, Aleida en Mien

Boven, tweede van links: Mien Beernink (oma) en onderaan rechts haar volle nicht Truus Beernink. Truus overleed op ca. 22 jarige leeftijd in het kraambed na haar huwelijk met een Amsterdamse slager.

EG Beernink-Boing

1858-1899

Eerstgeborene Wilhelmina 1889


(Foto genomen in Dessau?)

Wanneer precies is nu niet duidelijk, maar toen oma (Mien, de oudste dochter) nog een klein meisje was, is er een grote brand in het woonhuis van de familie geweest. Het grote oude kabinet, nog uit de erfenis van de tantes van Elisabeth, kon gelukkig uit het huis gered worden. Er waren daarna wel enkele gouden tientjes zoek- geraakt. Blijkens de foto hiernaast was Gerard lid van de vrijwillige Hengelose brandweer. Hij staat rechts vooraan, naast veldwachter Pardoen.

                                        De Hengelose brandweer. Het personeel der lste en 2de afdeling in 1896.

Eerste rij, van links naar rechts: G. Oldeboom, veldwachter; J.H. Boonk, brandmeester; J.B. Borchert, brandmeester; E. Bruninnkreef, A. Braakman, G.J. Franke, brandmeester; J ‚H. Versteeg, brandmeester; H. Krabbe, opper-brandmeester; E. Weustínk, G. Wagter‚ Jac. Krabbenbos, brandmeester;  J. Eyssink, J. Eppink, J. Peters, J.M. Krabbenbos, brandmeester; G. Beernink, brandmeester; S. Pardoen, veldwachter. Bovenste rij, van links naar rechts: G. ten Dam, J. Meyerink, B.H. ter Weer, B. Griepink, J. Koopman, W. Nijland, veldwachter; G. ter Hennepe en J. ten Napel, nachtwachter; G. Krabbenbos en J.H. Smoes.


GJ Beernink

Geb. 1853, Hengelo

Overleden, 1939 Hengelo

Opoe Beernink

Geb.1863, Makkum (Fr)

Overleden 1945, Weerselo

De zussen Mien en Aleida (Da) Beernink

Opoe Wolff en Opoe Beernink

De kinderen van PAJ Wolff en Mien Beernink hebben in hun jeugd twee grootmoeders: Opoe Wolff (Wytske Sjoerts Riemersma,) en Opoe Beernink (Johanna Sjoerts Riemersma). Ze worden op Twentse wijze aangeduid als “opoe”. Maar de overleden eerste vrouw van grootvader Beernink wordt eerbiedig als “oma” gememo-reerd.


Overlijdens:

1928  Opoe Wolff (Wytske)

1939  Grootvader Beernink

1945  Opoe Beernink (Johanna)

Juffrouw Beernink

Dat de familie Beernink tot de gegoede burgerij van het dorp Hengelo behoorde blijkt niet alleen uit  de foto hieronder, waar dochter Mien Beernink samen met de andere kinderen van bekende middenstanders een roeitochtje op de Dinkel bij Denekemp  maakt, maar ook uit een verslag in het Twents van Koos Koopman  in het tijdschrift ‘Oald Hengel’ van  april 1978 . Daarin beschrijft hij hoe hij hij zijn broer Frans  door hun moeder de les gelezen krijgen omdat ze ”een grote mond tegen juffrouw Beernink  hebben opge- zet”.

Het is niet duidelijk of het over Mien of Daat Beernink gaat.